‘Heilige op sneakers’ Brief van Mgr. Mutsaerts

1 september 2025

Op zon­dag 7 sep­tem­ber 2025 wordt Carlo Acutis heilig verklaard. Paus Leo XIV zal de heilig­ver­kla­ring lei­den in een plech­tig­heid die plaats­vindt in het Vati­caan. Ter gelegen­heid van deze gebeur­te­nis schrijft mgr. Mutsaerts, hulp­bis­schop van bisdom ’s-Hertogen­bosch en referent voor jeugd en jon­ge­ren, een brief over deze ‘heilige op sneakers’.

Carlo Acutis overleed op 15-jarige leef­tijd aan leukemie. Hij staat ook wel bekend als de ‘cyber­hei­lige’ van­wege zijn web­si­te over eucha­ris­ti­sche won­de­ren. In 2020 werd hij zalig verklaard na erken­ning van een eerste won­der. Nu, na een tweede won­der, volgt de heilig­ver­kla­ring. Hij wordt gezien als een gids voor de jeugd van vandaag, een patroon­hei­lige van het in­ter­net, en een bewijs dat hei­lig­heid nog steeds moge­lijk is in de moderne wereld.

Aanvanke­lijk was zijn heilig­ver­kla­ring gepland voor 27 april 2025, maar dit werd uit­ge­steld van­wege het over­lij­den van paus Fran­cis­cus. De nieuwe datum is zon­dag 7 sep­tem­ber. Carlo Acutis wordt samen met Pier Giorgio Frassati, een andere, jong overle­den Italiaan, heilig verklaard.

Heilig­ver­kla­ring Carlo Acutis 7 sep­tem­ber 2025:

De Heilige op Sneakers

Er zijn tij­den waarin de hemel zich als een plot­se­linge bliksemflits boven een grauwe stad laat zien, als een her­in­ne­ring dat won­de­ren nog altijd bestaan. Op 7 sep­tem­ber 2025 zullen klokken lui­den, harten opsp­ringen, en zelfs sceptici hun ogen opheffen, want Carlo Acutis wordt heilig verklaard. Niet als een verre figuur uit de mid­del­eeuwen, gehuld in mys­tiek en mist, maar als een jongen die zijn jeans droeg als wa­pen­rus­ting en het in­ter­net als zijn zwaard.

Carlo, een jongen van de 21e eeuw, en toch een rid­der van het oude geloof. Een jongen die com­puters codeerde maar zijn hart richtte op het Altaar. Hij leefde niet in een afgelegen grot, maar in het bruisende Milaan. Geen kluize­naar, geen kruisvaar­der, maar een pelgrim op sneakers met een rozen­krans in zijn zak en de Eucha­ris­tie in zijn ziel.

Men zegt dat de moderne mens het heilige niet meer begrijpt. Maar Carlo begreep het. Hij begreep dat hei­lig­heid niet is voorbe­hou­den aan asceten op bergtoppen, maar begint met het klikken op de juiste link, het kiezen van het goede in een wereld die opties aanbiedt zon­der waar­heid. Hij was geen zon­derling, hij was een zoon van zijn wereldse ouders, van de Kerk, en van deze tijd. En toch wei­gerde hij de moderne ziekte van cynisme. “De Eucha­ris­tie is mijn snelweg naar de hemel,” zei hij, alsof het de meest van­zelf­spre­kende route­be­schrij­ving was die je in Google Maps kunt vin­den.

Op 7 sep­tem­ber zal Rome hem als heilige erkennen, maar velen – met name jon­ge­ren – hebben hem al herkend als hun gids. Niet omdat hij perfect was, maar omdat hij ons eraan herinnert dat hei­lig­heid moge­lijk is, ja, zelfs nu. Ja, vooral nu! Carlo Acutis past perfect in deze tijd waarin overal uit het niets jon­ge­ren de katho­lieke kerk vin­den en Jezus willen volgen. Ze komen over­we­gend uit seculiere omge­vingen, zoeken waar­heid, zijn jong (waar­on­der won­der­lijk veel scholieren) en voor het meren­deel zijn het jongens c.q. jonge mannen.

Ik bezie dit feno­meen met een mengeling van ver­won­dering, vreugde en als een stevige tik tegen het moderne wereld­beeld. We hoeven ons ook weer niet al te veel te ver­won­deren. Jon­ge­ren hebben genoeg van de dorre woes­tijn van rela­ti­vis­me. Ze komen omdat ze dorst hebben. Deze wereld heeft hen alles te bie­den, behalve bete­ke­nis en waar­heid. Als jon­ge­ren zich tot het geloof wen­den, doen ze dat niet uit zwakte, maar uit een radicaal verlangen naar iets stevigs, iets dat wer­ke­lijk waar is, iets dat groter is dan zij­zelf. Onze moderne cultuur kent een enorme spi­ri­tu­ele leegte. We hebben God ver­vangen door techno­lo­gie, comfort, en zelfexpressie, en jon­ge­ren zijn de eersten die ont­dek­ken dat dit geen duurzame bete­ke­nis biedt. Ze willen niet ontsnappen aan de cultuur, maar hebben ondervon­den dat er niets in te vin­den is wat hun hart vult. Ze hebben genoeg van het vrij­blij­vende en zoeken naar uit­dagingen.

Het zijn vooral jongens die hunkeren naar avontuur. Dat blijkt van oudsher met de natuur meege­ge­ven. En het chris­te­lijk geloof, als het niet is uitgehold tot moralis­tische therapie, is een avontuur. Heel de Bijbel getuigt ervan: van Abraham en Mozes die op avontuur gestuurd wor­den, tot en met de apos­te­len die gevraagd wor­den Jezus te volgen zon­der te weten waartoe dat zal lei­den. Het is een verhaal van strijd, offer, genade, ver­rij­ze­nis. De kerk is geen zie­ken­huis voor brave zielen, maar een kazerne van barm­har­tige strij­ders. Het Chris­ten­dom is het enige gezag dat een rebel toe­staat om echt opstan­dig te zijn, omdat het zich verzet tegen de wereld, tegen de zonde, tegen het gemak, tegen de zinloos­heid.

De jon­ge­ren die zomaar ineens in onze katho­lieke kerken opdagen kiezen niet voor de kerk­banken uit gewoonte, maar omdat ze in het geloof een zwaard ontwaren in plaats van een slaapmuts. De aan­trek­ke­lijk­heid van de gemak­zucht wordt ingeruild voor inzet voor een zoek­tocht die wer­ke­lijk ergens toe leidt. In een tijdperk van over­vloe­dige prikkels, keren jon­ge­ren zich tot het stille won­der van het doopsel. Ze zijn groot­ge­bracht met de bood­schap dat “alles moet kunnen”, en precies daarom willen ze horen: “Er is iets dat móét.” Ze willen niet meer alle deuren open­hou­den, maar een echte keuze maken. Ze ont­dek­ken – zo wordt mij dui­de­lijk dat in het doopsel alles besloten zit waar de moderne wereld geen ant­woord op heeft: zonde en verlos­sing, dood en opstan­ding, naam en roe­ping, een kompas dat naar de haven leidt.

Op de dag dat ik deze woor­den schrijf – Drie­vul­dig­heids­zon­dag – stond een jongen mij op te wachten na de Mis en zegt zon­der omwegen: “Ik wil gedoopt wor­den”. Hij is 13 jaar. Ik ben met hem mee­ge­gaan naar zijn ouders. Het blijkt dat deze jongen al twee jaar elke dag uit de bijbel leest. Hij heeft een oudere broer, 15 jaar. Hij doet dat ook dage­lijks trouw. Tot mijn verba­zing en nog meer tot die van hun ouders. Gewoon oprechte jongens die mid­den in het leven staan. De heilige Geest is kenne­lijk aan het werk. En Carlo Acutis is de perfecte heilige voor deze tijd.

Ik zou pastoors willen aanbevelen om niet ver­baasd te zijn, maar klaar te staan, zoals de vader in de gelijkenis van de verloren zoon. Want deze jon­ge­ren komen niet toevallig. Ze zijn onderweg naar huis. Alleen dragen ze geen lompen, maar sneakers, en zoeken ze niet naar een ideo­lo­gie, maar naar een Vader. Houd het alsjeblieft niet laag­drem­pe­lig, maar ga met hen het diepe in.

Het is een vreemde wereld waar kin­de­ren web­si­tes bouwen over won­de­ren – en waar die kin­de­ren zelf won­de­ren wor­den. Laat dan op 7 sep­tem­ber de klokken galmen, de servers trillen, en de hemelen zich openen voor Carlo Acutis – de patroon­hei­lige van het in­ter­net, en het bewijs dat God nog steeds heiligen maakt, zelfs met een muis in de hand en hoop in het hart.

Geda­teerd op drie­vul­dig­heidszon­dag­zon­dag 2025

+ Rob Mutsaerts
Bis­schop­re­fe­rent Jeugd & Jon­ge­ren

Andere berichten